Damveld

boek 5.

Boek 5. Onder het donkere water.

1 Zakelijke gegevens.

A Titel=Onder het donkere water.

B Schrijver= Ruben Prins.

C Uitgever=Leopold.

Jaar van verschijnen=2008.

Aantal bladzijden=101.

2 Samenvatting van het boek.

Sven komt ’s avondslaat van een feest weer op zijn fiets. Naast de oude vaart vliegt zijn ketting eraf. Het regent keihard en probeert zijn ketting er weer op te zetten. Dan ziet hij plots een man met een rolstoel op de brug staan. De man tilt een lichaam op, Sven wil schreeuwen, maar het lukt niet. Hij kijkt toe hoe de man het lichaam in het water gooit, het donkere water. Inmiddels was zijn ketting er weer op en fiets hij zo snel mogelijk naar huis. Hij vertelt het maar niet tegen zijn moeder, want die heeft de laatste tijd al genoeg stress. De volgende dag gaat hij wel naar zijn beste vriendin, Vicky. Hij vertelt haar precies wat er die nacht is gebeurd. Ze gaan naar de oude vaart en de politie is al druk bezig met onderzoek. Een blinde ex-rechercheur, Bert, wil Sven graag helpen. Sven heeft hem namelijk ook vertelt wat hij die nacht heeft gezien. Maar de politie kan nog niet veel, want ze weten niet wie de vermoorde ‘vrouw’ is. Vrakking, een politieman die Bert niet vertrouwd, lijdt het onderzoek. Maar Bert weet dat als Vrakking het onderzoek moet lijden, dat er niet veel zal gebeuren. Ze besluiten zelf op onderzoek uit te gaan. Ze zoeken bij Bert thuis op zijn speciale blindencomputer naar identiteiten om erachter te kunnen komen wie de vrouw is. Het werkt nog niet, Sven en Vicky gaan maar naar huis. De volgende dag moet Svens moeder naar haar werk en heeft open schoentjes aan. Het regent en ze doet andere dichte schoenen aan. Dan weet Sven het. De vrouw had ook open schoentjes aan dus moet ze met de taxi ofzo zijn gekomen. Met z’n drieën bellen ze een aantal taxibedrijven. Ze hebben succes. Ze spreken met de man af. En de man brengt hun naar het huis van de vermoorde vrouw. Ze kunnen verder geen aanwijzingen vinden, maar Sven ziet wel balletschoentjes. Vicky kan met een verrekijker precies het Stedelijk Museum zien. Dan krijgen ze bezoek van Vrakking. Ze moeten mee naar het bureau. Ze mogen niet verder gaan met het onderzoek. De dag later word Bert aangereden. Hij ligt in coma in het ziekenhuis. Sven en Vicky besluiten wel verder te gaan met het onderzoek. Bert was op weg naar het bureau toen hij werd aangereden. Hij wist wie de moordenaar was. Alleen rechercheur De Rooij en Vrakking wisten dat hij zou komen. Bert was opzettelijk aangereden en Sven heeft zo’n vermoeden dat Vrakking de moordenaar is.

Ze gaan verder met het onderzoek en besluiten naar het huis van Bert te gaan. Vrakking is daar ook en Sven en Vicky zien hoe hij de computer van Bert meeneemt. Ze gaan bij Bert naar binnen en onderzoeken de zaak. Ze vinden een brailleschrift en onderzoeken thuis wat er allemaal op staat. Er staan uiteindelijk Franse titels op. Ze vertalen het naar het Nederlands, maar komen nergens op uit. Ze gaan naar huis, en ’s nachts wordt Sven bezweet wakker. Hij had weer een droom over de nacht bij de oude vaart. Hij onderzoekt wat de woorden met de zaak te maken kunnen hebben. Dan weet hij het, het zijn titels van de balletten, Nina Nureyeva. Wat kan dat met de moord te maken hebben? Het zijn schilderijen uit het Stedelijk Museum ziet hij. Het museum dat de vermoorde vrouw precies kon zien. Alle 5 de schilderijen waren gestolen, en Sven weet precies hoe de inbreker zou kunnen zijn ontsnapt. Recht langs het huis van de vermoorde vrouw. De vrouw wist waarschijnlijk wie de inbreker zal zijn en de man zal haar vermoord hebben, en daarna in de oude vaart hebben gegooid. Ze gaan de volgende dag bij Bert op bezoek. Hij is aan het bijkomen, maar het gaat niet goed met hem. Sven vraag rustig aan Bert wie de moordenaar is en Bert begint te trillen, maar het enige wat uit zijn mond komt is Vra… Vra…, dan kalmeert hij weer. Sven weet gelijk: Vrakking. Maar rechercheur de Rooij was niet op het bureau en Sven en Vicky willen het aan hem vertellen. Ze besluiten naar het huis te gaan. Ze glippen naar binnen en er ligt een vrouw op een bed. Haar gezicht is bleek, haar haar is warrig en haar mond staat scheef. Hoe meer Sven erbij nadenkt, hoe meer hij realiseert dat het    Nina Nureyeva is. De beste balletdanseres van Nederland. Opeens staat De Rooij achter hen. Hij heeft het over een voorstelling en doet de gordijnen opzij. De 5 gestolen schilderijen hangen daar aan de muur. De Rooij is dus de inbreker en de moordenaar. Hij heeft Bert dus ook aangereden. Omdat hij wist dat Bert wist wie de moordenaar was. Maar dan was de Vra… Vra… Vra… dus van Frans! De voornaam van De Rooij. De Rooij sluit Sven en Vicky op in de garage. Hij hoort na een aantal uur hoe De Rooij met de auto het oprit verlaat. Sven en Vicky hadden stiekem de scharnieren losgeschroefd en grijpen nu hun kans. Ze duwen uit al hun macht tegen de garagedeur. Ze ontsnappen en Sven pakt zijn fiets en gaat zo snel mogelijk naar ‘Het Zwanenmeer’. Dat is het meer waar uiteindelijk de ‘witte zwaan’ in het water zakt. Hij ziet hoe De Rooij haar in het water laat vallen, dan rent Sven de brug op en probeert De Rooij nog te stoppen. Maar het geluid van een kogel stopt de schreeuw van Sven. De Rooij heeft zichzelf door het hoofd geschoten en valt in het water. Na een paar maand lopen Sven, Vicky en Bert over de brug. Daar is Sven al lang niet meer geweest. Een slecht gevoel herinnert hem aan die dag. De Rooij zal dit allemaal uit liefde hebben gedaan. Sven pakt een steen en gooit die in het water. De steen zakt weg, hopelijk net zoals zijn gedachten. Onder het donkere water.

3 Over de auteur.

Ik heb nooit schrijver willen worden. Geschiedenisleraar, dat leek me wel wat, of accountant. Na het atheneum besloot ik bedrijfseconomie te gaan studeren. Halverwege die studie vond ik het allemaal wel erg saai worden. Om de verveling tegen te gaan, pakte ik m'n oude liefde weer op: lezen. Eerst las ik romans voor volwassenen, maar al snel werden het kinderboeken. Tonke Dragt, Roald Dahl, Thea Beckman en Jan Terlouw waren mijn favoriete schrijvers. Tijdens het lezen werd ik steeds meer besmet met het 'schrijfvirus'. Ik begon wat kinderverhalen te schrijven en stuurde die meteen naar een paar uitgevers. De meeste lagen binnen een week weer op de deurmat. Niet goed genoeg, vonden ze. Schrijven is een vak en dat moet je leren. Dus besloot ik naar een school voor schrijvers te gaan. Op deze school, Script+ genaamd, leerde ik erg veel. Een boek schrijven bleek een stuk lastiger dan ik dacht. Ik was heel blij dat m'n eerste boek uitkwam.

4 Over het boek.

A Welke illustratie staat er op de voorkant van het boek?

Door de donkere kleuren en het rood-witte lint denk ik eigenlijk al meteen aan een moordzaak. Onderin zie je een balletdanseres.

B Is het boek aan iemand opgedragen?

Nee, het boek is aan niemand opgedragen.

C Beschrijf de plaatsen die voorkomen in het boek.

De oude vaart, daar wordt de moord gepleegd waar Sven getuige van is en het gaat eigenlijk allemaal om die plek.

D Vanuit welk perspectief is het verhaal geschreven?

-

E Heeft het verhaal een open of gesloten einde?

Het verhaal heeft een gesloten einde, want Sven gooit een steen in het water en die zakt weg onder het donkere water. Hij hoopt dat zijn gedachten aan de moorden ook weg zullen zakken onder het donkere water.

5 Leeservaringen.

Spreekt het onderwerp van het verhaal je aan of niet? Hoe komt dat?

-Het onderwerp spreekt mij wel aan, omdat het erg spannend is wat er gaat gebeuren wanneer ze in het huis zitten en omdat ze een hele zaak gaan onderzoeken.

Is uitgekomen wat je van tevoren van het verhaal verwachtte?

-Er is niet uitgekomen wat ik van tevoren van het verhaal verwachtte. Ze gaan allerlei onderzoek doen en dat had ik totaal niet verwacht.

Is het onderwerp verrassend uitgewerkt of behoorlijk voorspelbaar?

-Het onderwerp is verrassend uitgewerkt, omdat je op de meest belangrijke momenten niet kon verwachten wat er zou gaan gebeuren. Er wordt soms wel beschreven wat hij gaat doen, maar dan kom je er na het lezen pas achter.

Wordt het onderwerp goed en grondig uitgewerkt of blijft het toch tamelijk oppervlakkig?

-Het onderwerp word goed en grondig uitgewerkt. Bijvoorbeeld omdat je alle grote details komt te weten. Vooral omdat het over een moordzaak gaat. Dat maakt het ook erg spannend.

Bevat het verhaal genoeg gebeurtenissen om je te blijven boeien?

-Er zijn genoeg gebeurtenissen om mij te blijven boeien. Er wordt telkens op een andere plek belangrijke dingen uitgelegd.

Zit er genoeg tempo in het verhaal of valt het af en toe stil?

-Er zit genoeg tempo in het verhaal. Ze vertellen telkens op een andere plek dat ze iets nieuws vinden en dat ze steeds dichter bij de moordenaar komen.

Zijn de gebeurtenissen geloofwaardig en waarschijnlijk?

-De gebeurtenissen zijn geloofwaardig, want het kan wel echt gebeuren en de politiezaken worden realistisch uitgevoerd.

Heb je zelf wel eens iets meegemaakt wat lijkt op de gebeurtenissen in het verhaal?

-Nee, gelukkig heb ik niets meegemaakt wat lijkt op de gebeurtenissen in het verhaal.

Kun je je goed verplaatsen in de problemen en gedachtewereld van de verhaalpersonen?

-Ik kan me niet goed verplaatsen in de problemen van de hoofdpersoon, want hij had wel kunnen schreeuwen. Hij kon dat niet, maar waarom dan niet?

Veranderen de personages door wat ze meemaken en is dat begrijpelijk en aannemelijk?

-Het is begrijpelijk dat de personages veranderen door wat ze meemaken, omdat het moeilijke situaties waren waar de hoofdpersoon in stond.

Vind je dat de gebeurtenissen logisch op elkaar volgen?

-Ik vind dat de gebeurtenissen logisch op elkaar volgen. Als ze iets meer weten van de zaak gaan ze gelijk een stapje verder om erachter te komen wie de moordenaar is.

Heeft het verhaal een ingewikkelde opbouw? Hoe komt dat?

-Het verhaal heeft wel een redelijk moeilijke opbouw, omdat je goed moet blijven volgen wat er allemaal is gebeurd.

Vind je het verhaal lastig of makkelijk om te lezen? Heeft het taalgebruik hier mee te maken?

-Het verhaal is redelijk makkelijk om te lezen. Er staan geen moeilijk woorden in.

6 Verwerkingsopdracht.

Verzin 4 andere titels voor het verhaal.

-Schuld, omdat Sven een schuldgevoel heeft dat hij die nacht niet ingreep.

-Uit liefde, omdat De Rooij alles uit liefde deed.

-Moordzaak, omdat het allemaal om een moordzaak gaat.

-Gek geworden?, omdat De Rooij misschien wel gek is geworden.